Als de RI&E en het plan van aanpak éénmaal zijn opgesteld dan moeten beide stukken beoordeeld worden door deskundigen. Dit wordt de toetsing van de RI&E genoemd.
De toetsing van de RI&E is een verplicht onderdeel van het contract wat je als organisatie sluit met hetzij een arbodienst of één of meerdere arbokerndeskundigen. In het eerste geval noemen we dit de Vangnetregeling (art. 14a Arbowet) en in het tweede geval heet het de Maatwerkregeling (Art. 14 Arbowet).
Van belang is wél dat de toetsing van de RI&E via de Vangnetregeling gebeurt door een gecertificeerde arbodienst (Art. 14a, lid 2 en 3, Arbowet). Voor een overzicht van gecertificeerde arbodienst klik hier.
Maakt de arbeidsorganisatie gebruik van de Maatwerkregeling bij de toetsing van de RI&E, zorg dan dat er zaken gedaan met BIG-geregistreerde bedrijfsartsen en/of de volgende gecertificeerde arbokerndeskundigen: hogere veiligheidskundige, arbeidshygiënisten en arbeids- en organisatiedeskundigen (Art. 14, lid 1 Arbowet en art. 2.7, lid 2, Arbobesluit). Heeft de arbeidsorganisatie een gecertificeerde arbokerndeskundige in huis dan kan die werknemer de RI&E opstellen en toetsen (Art. 14, lid 2, onder b. en c., Arbowet).
De Arbodienst of de arbokerndeskundige beoordeelt de toegezonden RI&E en plan van aanpak op de volgende punten:
- Is de RI&E volledig en betrouwbaar (Art. 2.1, lid 1, onder a., Arboregeling)?
- Zijn de actuele inzichten op het terrein van arbeidsomstandigheden in de RI&E verwerkt (Art. 2.1, lid 1, onder b., Arboregeling)?
- Over deze RI&E en het plan van aanpak brengt de arbodienst of de arbokerndeskundige een advies uit aan de arbeidsorganisatie. Daarbij gaat het advies in op o.a. de wijze waarop de geconstateerde tekortkomingen kunnen worden verholpen. Ook moet het advies ingaan op de prioriteiten en de volgorde van de te nemen maatregelen. (Art. 2.1, lid 1, onder c., Arboregeling)
Dit advies wordt door de arbodienst of de arbokerndeskundige naar de werkgever toegezonden. Indien de werkgever een OR of een PVT heeft zendt de arbodienst of de arbokerndeskundige een kopie naar hen toe. Is er geen OR of PVT dan dient de werkgever dit advies aan de belanghebbende werknemer te zenden (Art. 14, lid 3, Arbowet).
Overigens is de werkgever niet wettelijk verplicht om het advies van de arbodienst of de arbokerndeskundige over te nemen. Maar de werkgever zal dan bijvoorbeeld tegenover de Inspectie SZW of de OR of PVT moeten aangeven waarom het advies niet of slechts gedeeltelijk wordt uitgevoerd. Daar moeten dan wel steekhoudende argumenten aan ten grondslag liggen.